Informo pri la vorto misleiden (nederlanda → esperanto: trompi)

Sinonimoj: belazeren, bedriegen, besodemieteren

Vortspecoverbo
Prononco/mɪsˈlɛi̯də(n)/
Dividomis·lei·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) misleid(ik) misleidde
(jij) misleidt(jij) misleidde
(hij) misleidt(hij) misleidde
(wij) misleiden(wij) misleidden
(jullie) misleiden(jullie) misleidden
(gij) misleidt(gij) misleiddet
(zij) misleiden(zij) misleidden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) misleide(dat ik) misleidde
(dat jij) misleide(dat jij) misleidde
(dat hij) misleide(dat hij) misleidde
(dat wij) misleiden(dat wij) misleidden
(dat jullie) misleiden(dat jullie) misleidden
(dat gij) misleidet(dat gij) misleiddet
(dat zij) misleiden(dat zij) misleidden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
misleidmisleidt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
misleidend, misleidende(hebben) misleid

Uzekzemploj

Ten eerste moet ik het opperhoofd erop wijzen dat hij zelf misleid is.

Tradukoj

anglacheat; deceive; delude; mislead
danabedrage
esperantotrompi
feroalumpa; snýta; svíkja
finnapettää
francatricher; tromper
germanaäffen; betrügen; hintergehen; täuschen
hispanaengañar
islandasvíkja
italabeffare; imbrogliare; ingannare; truffare
katalunadecebre; enganyar
luksemburgiabedréien
norvegasnyte; bedra
okcidenta frizonabedraaie; bemiterje; ferrifelje
portugalaburlar; embair; enganar; fraudar; iludir; lograr; ludibriar
saterlanda frizonabedrjooge; oapje
surinamakasyo; kori; ley
svedabedra; bedraga; lura; narra
turkaaldatmak