Informo pri la vorto dóórwerken (nederlanda → esperanto: trastudi)

Sinonimo: doornemen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈdorʋɛrkə(n)/
Dividodoor·wer·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) werk door(ik) werkte door
(jij) werkt door(jij) werkte door
(hij) werkt door(hij) werkte door
(wij) werken door(wij) werkten door
(jullie) werken door(jullie) werkten door
(gij) werkt door(gij) werktet door
(zij) werken door(zij) werkten door
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) doorwerke(dat ik) doorwerkte
(dat jij) doorwerke(dat jij) doorwerkte
(dat hij) doorwerke(dat hij) doorwerkte
(dat wij) doorwerken(dat wij) doorwerkten
(dat jullie) doorwerken(dat jullie) doorwerkten
(dat gij) doorwerket(dat gij) doorwerktet
(dat zij) doorwerken(dat zij) doorwerkten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
werk doorwerkt door
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
doorwerkend, doorwerkende(hebben) doorgewerkt

Uzekzemploj

De documenten werkte ze die avond een voor een nog eens door, verbaasd en verrukt als een klein kind.