Informo pri la vorto kenmerken (nederlanda → esperanto: signi)

Sinonimoj: aanduiden, aangeven, een teken geven, merken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈkɛmɛrkə(n)/
Dividoken·mer·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) kenmerk(ik) kenmerkte
(jij) kenmerkt(jij) kenmerkte
(hij) kenmerkt(hij) kenmerkte
(wij) kenmerken(wij) kenmerkten
(jullie) kenmerken(jullie) kenmerkten
(gij) kenmerkt(gij) kenmerktet
(zij) kenmerken(zij) kenmerkten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) kenmerke(dat ik) kenmerkte
(dat jij) kenmerke(dat jij) kenmerkte
(dat hij) kenmerke(dat hij) kenmerkte
(dat wij) kenmerken(dat wij) kenmerkten
(dat jullie) kenmerken(dat jullie) kenmerkten
(dat gij) kenmerket(dat gij) kenmerktet
(dat zij) kenmerken(dat zij) kenmerkten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
kenmerkkenmerkt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
kenmerkend, kenmerkende(hebben) gekenmerkt

Tradukoj

anglamark
ĉeĥaoznačit; poznamenat
esperantosigni
francadésigner; marquer
germanaandeuten; markieren; zeichnen; anzeichnen; kennzeichnen
hispanahacer un signo; indicar; marcar
okcidenta frizonaoantsjutte; merke
rumanaindica; semnala
saterlanda frizonaanteekenje; antjuude; känteekenje; liekteekenje; markierje; teekenje