Informo pri la vorto boeren (nederlanda → esperanto: rukti)

Sinonimoj: oprispen, een boer laten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈbuːrə(n)/
Dividoboe·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) boer(ik) boerde
(jij) boert(jij) boerde
(hij) boert(hij) boerde
(wij) boeren(wij) boerden
(jullie) boeren(jullie) boerden
(gij) boert(gij) boerdet
(zij) boeren(zij) boerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) boere(dat ik) boerde
(dat jij) boere(dat jij) boerde
(dat hij) boere(dat hij) boerde
(dat wij) boeren(dat wij) boerden
(dat jullie) boeren(dat jullie) boerden
(dat gij) boeret(dat gij) boerdet
(dat zij) boeren(dat zij) boerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
boerboert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
boerend, boerende(hebben) geboerd

Tradukoj

anglabelch; burp; eructate
esperantorukti
feroaropa
francaroter
germanaaufstoßen; rülpsen
hispanaeructar; regoldar
portugalaarrotar
saterlanda frizonaapkurkje; kurkje