Informo pri la vorto reduceren (nederlanda → esperanto: redukti)

Sinonimoj: herleiden, inkrimpen, terugbrengen, vereenvoudigen

Vortspecoverbo
Prononco/reduˈseːrə(n)/
Dividore·du·ce·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) reduceer(ik) reduceerde
(jij) reduceert(jij) reduceerde
(hij) reduceert(hij) reduceerde
(wij) reduceren(wij) reduceerden
(jullie) reduceren(jullie) reduceerden
(gij) reduceert(gij) reduceerdet
(zij) reduceren(zij) reduceerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) reducere(dat ik) reduceerde
(dat jij) reducere(dat jij) reduceerde
(dat hij) reducere(dat hij) reduceerde
(dat wij) reduceren(dat wij) reduceerden
(dat jullie) reduceren(dat jullie) reduceerden
(dat gij) reduceret(dat gij) reduceerdet
(dat zij) reduceren(dat zij) reduceerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
reduceerreduceert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
reducerend, reducerende(hebben) gereduceerd

Tradukoj

anglareduce
ĉeĥaomezit; redukovat; snížit; zmenšit
esperantoredukti
feroagera einfaldan; minka
finnasupistaa
francaabaisser; réduire
germanareduzieren
hispanareducir
katalunareduir
portugaladiminuir; reduzir; tornar menor
saterlanda frizonareduzierje