Informo pri la vorto bloeien (nederlanda → esperanto: prosperi)

Sinonimoj: floreren, gedijen, tieren, vooruitkomen, welvaren

Vortspecoverbo
Prononco/ˈblujə(n)/
Dividobloei·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bloei(ik) bloeide
(jij) bloeit(jij) bloeide
(hij) bloeit(hij) bloeide
(wij) bloeien(wij) bloeiden
(jullie) bloeien(jullie) bloeiden
(gij) bloeit(gij) bloeidet
(zij) bloeien(zij) bloeiden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bloeie(dat ik) bloeide
(dat jij) bloeie(dat jij) bloeide
(dat hij) bloeie(dat hij) bloeide
(dat wij) bloeien(dat wij) bloeiden
(dat jullie) bloeien(dat jullie) bloeiden
(dat gij) bloeiet(dat gij) bloeidet
(dat zij) bloeien(dat zij) bloeiden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bloeiend, bloeiende(hebben) gebloeid

Tradukoj

afrikansofloreer
anglaprosper; flourish; thrive
esperantoprosperi; flori
feroaeydnast; trívast
francaprospérer
germanagedeihen; gelingen; geraten; glücken; prosperieren
grekaακμάζω
hispanaprosperar
italaprosperare
katalunaprosperar
polapowodzić się; prosperować
portugalaprosperar
saterlanda frizonadäie; gelinge; glukje; roakje; tiegje