Informo pri la vorto kwijtraken (nederlanda → esperanto: perdi)

Sinonimoj: verbeuren, verliezen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈkʋɛi̯trakə(n)/
Dividokwijt·ra·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) raak kwijt(ik) raakte kwijt
(jij) raakt kwijt(jij) raakte kwijt
(hij) raakt kwijt(hij) raakte kwijt
(wij) raken kwijt(wij) raakten kwijt
(jullie) raken kwijt(jullie) raakten kwijt
(gij) raakt kwijt(gij) raaktet kwijt
(zij) raken kwijt(zij) raakten kwijt
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) kwijtrake(dat ik) kwijtraakte
(dat jij) kwijtrake(dat jij) kwijtraakte
(dat hij) kwijtrake(dat hij) kwijtraakte
(dat wij) kwijtraken(dat wij) kwijtraakten
(dat jullie) kwijtraken(dat jullie) kwijtraakten
(dat gij) kwijtraket(dat gij) kwijtraaktet
(dat zij) kwijtraken(dat zij) kwijtraakten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
raak kwijtraakt kwijt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
kwijtrakend, kwijtrakende(zijn) kwijtgeraakt

Uzekzemploj

Of was hij toch zijn bewustzijn kwijtgeraakt?
U bent uw geheugen kwijtgeraakt.

Tradukoj

afrikansoverloor
albanahumb
anglalose
angla (malnovangla)forleosan; leosan
ĉeĥaprodělat; prohrát; ztrácet; ztratit
esperantoperdi
feroamissa
finnakadottaa
francaperdre
germanaverlieren
hispanaperder
italaperdere
jamajka-kreolalaas
katalunaperdre
okcidenta frizonaferlieze; weislepe
papiamentoperdè
polagubić; tracić
portugalaperder
rumanapierde
rusaпотерять; терять
saterlanda frizonaferljoose
skota gaelacaill
surinamalasi
svedaförlora; mista
tajaหาย; เสี่ย
turkakaybetmek