Informo pri la vorto denken (nederlanda → esperanto: pensi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈdɛŋkə(n)/
Dividoden·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) denk(ik) dacht
(jij) denkt(jij) dacht
(hij) denkt(hij) dacht
(wij) denken(wij) dachten
(jullie) denken(jullie) dachten
(gij) denkt(gij) dacht
(zij) denken(zij) dachten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) denke(dat ik) dachte
(dat jij) denke(dat jij) dachte
(dat hij) denke(dat hij) dachte
(dat wij) denken(dat wij) dachten
(dat jullie) denken(dat jullie) dachten
(dat gij) denket(dat gij) dachtet
(dat zij) denken(dat zij) dachten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
denkdenkt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
denkend, denkende(hebben) gedacht

Uzekzemploj

En ik moet niet denken dat ik maar kindertjes krijgen kan ten laste van de zeven polders.
Ik word oud, dacht hij.
Denk jij soms dat we op zee een bal geven?
Zij denken dat wij er nog niet kunnen zijn.
Ik dacht dat je me een handje zou kunnen helpen.
Ik denk niet dat hij je kan horen.

Tradukoj

afrikansodink
albanamendoj
anglathink; figure
angla (malnovangla)þencan; wenan
ĉeĥadomnívat se; mínit; myslet; myslit; přemýšlet; soudit; zamýšlet
danatænke
esperantopensi
feroahugsa
finnaajatella
francapenser
germanadenken
hispanapensar
hungaragondol
islandahugsa
italapensare
jamajka-kreolatingk
jidaדענקען; טראַכטן
katalunapensar
latinocensere; cogitare; reri
luksemburgiadenken
malajaberpikir; fikir; pikir
norvegatenke
okcidenta frizonatinke
papiamentopensa
polamyśleć
portugalaachar; julgar; pensar
rusaдумать; подумать; мыслить
saterlanda frizonatoanke
skotathink
skota gaelasmaoinich
surinamadenki; prakseri
svedatänka
tajaคิด
turkadüşünmek