Informo pri la vorto opdringen (nederlanda → esperanto: antaŭenpuŝiĝi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔbdrɪŋə(n)/
Dividoop·drin·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) dring op(ik) drong op
(jij) dringt op(jij) drong op
(hij) dringt op(hij) drong op
(wij) dringen op(wij) drongen op
(jullie) dringen op(jullie) drongen op
(gij) dringt op(gij) drongt op
(zij) dringen op(zij) drongen op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opdringe(dat ik) opdronge
(dat jij) opdringe(dat jij) opdronge
(dat hij) opdringe(dat hij) opdronge
(dat wij) opdringen(dat wij) opdrongen
(dat jullie) opdringen(dat jullie) opdrongen
(dat gij) opdringet(dat gij) opdronget
(dat zij) opdringen(dat zij) opdrongen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
dring opdringt op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opdringend, opdringende(zijn) opgedrongen

Tradukoj

esperantoantaŭenpuŝiĝi