Informo pri la vorto versieren (nederlanda → esperanto: ornami)

Sinonimoj: decoreren, opsieren, tooien, uitdossen

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈsiːrə(n)/
Dividover·sie·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) versier(ik) versierde
(jij) versiert(jij) versierde
(hij) versiert(hij) versierde
(wij) versieren(wij) versierden
(jullie) versieren(jullie) versierden
(gij) versiert(gij) versierdet
(zij) versieren(zij) versierden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) versiere(dat ik) versierde
(dat jij) versiere(dat jij) versierde
(dat hij) versiere(dat hij) versierde
(dat wij) versieren(dat wij) versierden
(dat jullie) versieren(dat jullie) versierden
(dat gij) versieret(dat gij) versierdet
(dat zij) versieren(dat zij) versierden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
versierversiert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
versierend, versierende(hebben) versierd

Tradukoj

afrikansoversier
anglaadorn; decorate; ornament; embellish
esperantoornami
francadécorer; orner; parer
germanaaufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren
hispanaadornar; ornamentar
italaadornare; decorare
katalunaornamentar
okcidenta frizonafersiere
polaozdabiać
portugalaadornar; decorar; ornamentar
rumanadecora; împodobi; orna
saterlanda frizonaaptunderje; fersierje; hämmelje; sierje; uutputsje