Informo pri la vorto anker (nederlanda → esperanto: ankro)

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈɑŋkər/
Dividoan·ker
Genroneŭtra
Pluraloankers

Diminutivo
SingularoPluralo
ankertjeankertjes

Uzekzemploj

Als de ankers het maar houden.
Het anker werd uitgegooid op een diepte van tien vadem, dicht bij de kust.
Laat het anker vallen!
De beide ankers bleken nutteloos te zijn.
Tevens liet hij de zware ankers een aantal keren vallen.

Tradukoj

afrikansoanker
anglaanchor
ĉeĥakotva
danaanker
esperantoankro
feroaakker
finnaankkuri
francaancre
germanaAnker
grekaάγκυρα
greka (malnovgreka)ἅγκυρα
hispanaancla; áncora
islandaakkeri
italaàncora
katalunaàncora
latinoancora
papiamentoanker; hankro
portugalaâncora; ferro
rumanaancoră
rusaякорь
saterlanda frizonaOnker
skota gaelaacair
surinamaankra
svahilonanga
svedaankare