Informo pri la vorto bedreigen (nederlanda → esperanto: minaci)

Sinonimo: dreigen

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈdrɛi̯ɣə(n)/
Dividobe·drei·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bedreig(ik) bedreigde
(jij) bedreigt(jij) bedreigde
(hij) bedreigt(hij) bedreigde
(wij) bedreigen(wij) bedreigden
(jullie) bedreigen(jullie) bedreigden
(gij) bedreigt(gij) bedreigdet
(zij) bedreigen(zij) bedreigden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bedreige(dat ik) bedreigde
(dat jij) bedreige(dat jij) bedreigde
(dat hij) bedreige(dat hij) bedreigde
(dat wij) bedreigen(dat wij) bedreigden
(dat jullie) bedreigen(dat jullie) bedreigden
(dat gij) bedreiget(dat gij) bedreigdet
(dat zij) bedreigen(dat zij) bedreigden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bedreigbedreigt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bedreigend, bedreigende(hebben) bedreigd

Uzekzemploj

Andere minderjarige slachtoffers zijn door K. bedreigd.
Ze bedreigde hem.
Hij bedreigde mensenrechtenactivisten en journalisten.
Wat verbeelden die lummels zich wel, dat ze een heer durven bedreigen?
Reizigers die vernielingen aanrichten of personeel bedreigen op deze lijnen, krijgen een reisverbod van maximaal twee maanden voor alle trams, metro’s en bussen in de stad.

Tradukoj

afrikansodreig
anglamenace; threaten
ĉeĥahrozit; vyhrožovat
danatrue
esperantominaci
feroahótta
finnauhata
francagronder; menacer
germanabevorstehen; dräuhen; drohen; bedrohen
hispanaamenazar
italaminacciare
katalunaamenaçar
okcidenta frizonabedriigje; drige
papiamentoamenasá; menasá
portugalaameaçar; intimidar
rumanaamenința
rusaгрозить
saterlanda frizonabefoarstounde
svedahota
tajaข่มขู่; ขู่