Informo pri la vorto overtreden (nederlanda → esperanto: malobei)

Sinonimoj: inbreuk maken op, naast zich neerleggen

Vortspecoverbo
Prononco/ovərˈtredə(n)/
Dividoover·tre·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) overtreed(ik) overtreedde
(jij) overtreedt(jij) overtreedde
(hij) overtreedt(hij) overtreedde
(wij) overtreden(wij) overtreedden
(jullie) overtreden(jullie) overtreedden
(gij) overtreedt(gij) overtreeddet
(zij) overtreden(zij) overtreedden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) overtrede(dat ik) overtreedde
(dat jij) overtrede(dat jij) overtreedde
(dat hij) overtrede(dat hij) overtreedde
(dat wij) overtreden(dat wij) overtreedden
(dat jullie) overtreden(dat jullie) overtreedden
(dat gij) overtredet(dat gij) overtreeddet
(dat zij) overtreden(dat zij) overtreedden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
overtreedovertreedt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
overtredend, overtredende(hebben) overtreden

Tradukoj

anglatransgress; disobey
esperantomalobei
francadésobéir; violer
papiamentodesobedesé
surinamatrangayesi