Informo pri la vorto neerhalen (nederlanda → esperanto: malkonstrui)

Sinonimoj: afbreken, slopen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈneːrɦalə(n)/
Dividoneer·ha·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) haal neer(ik) haalde neer
(jij) haalt neer(jij) haalde neer
(hij) haalt neer(hij) haalde neer
(wij) halen neer(wij) haalden neer
(jullie) halen neer(jullie) haalden neer
(gij) haalt neer(gij) haaldet neer
(zij) halen neer(zij) haalden neer
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) neerhale(dat ik) neerhaalde
(dat jij) neerhale(dat jij) neerhaalde
(dat hij) neerhale(dat hij) neerhaalde
(dat wij) neerhalen(dat wij) neerhaalden
(dat jullie) neerhalen(dat jullie) neerhaalden
(dat gij) neerhalet(dat gij) neerhaaldet
(dat zij) neerhalen(dat zij) neerhaalden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
haal neerhaalt neer
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
neerhalend, neerhalende(hebben) neergehaald

Tradukoj

anglapull down
esperantomalkonstrui
francaabattre; démolir
germanaabbauen; abbrechen; schleifen
hispanademoler; derribar
italademolire
papiamentobasha abou
platgermanaafbreaken
rumanademola; prăbuși
svedaslopa