Informo pri la vorto vangen (nederlanda → esperanto: kapti)

Sinonimoj: beetkrijgen, opvangen, pakken, vastpakken, vatten

Vortspecoverbo
Prononco/ˈvɑŋə(n)/
Dividovan·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) vang(ik) ving
(jij) vangt(jij) ving
(hij) vangt(hij) ving
(wij) vangen(wij) vingen
(jullie) vangen(jullie) vingen
(gij) vangt(gij) vingt
(zij) vangen(zij) vingen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) vange(dat ik) vinge
(dat jij) vange(dat jij) vinge
(dat hij) vange(dat hij) vinge
(dat wij) vangen(dat wij) vingen
(dat jullie) vangen(dat jullie) vingen
(dat gij) vanget(dat gij) vinget
(dat zij) vangen(dat zij) vingen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
vangvangt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
vangend, vangende(hebben) gevangen

Uzekzemploj

Ik beveel u dat ene schip te vangen.

Tradukoj

afrikansovang
albanakap
anglacatch; captivate; trap; bag
angla (malnovangla)huntian
danafange
esperantokapti
feroafanga; handbera
finnapyydystää
francaattraper; capturer; saisir
germanaerbeuten; ergreifen; erwischen; fangen; fassen; auffangen; einfangen; haschen; erhaschen; greifen; erfassen; kriegen; befallen; überkommen
grekaαιχμαλωτίζω
hispanaatrapar; capturar
hungaramegfog
italaprendere
jidaכאַפּן; פֿאַנגען
katalunaagafar; atrapar; captivar; capturar; copsar
latinocapere
malajamenangkap; tangkap
norvegagripe; fange
okcidenta frizonafange
papiamentofango; fangu; kèch
polachwytać; łapać
portugalaapanhar; aprisionar; capturar
rumanacaptura; apuca; prinde
rusaвзять
saterlanda frizonabedappe; dappe; fange; pakje; uurrumpelje
skotacatch
skota gaelaglac
surinamafanga
svedafånga
tajaเกี่ยว; ต้อง