Informo pri la vorto druipen (nederlanda → esperanto: guti)

Sinonimoj: droppelen, druppelen, druppen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈdrœy̯pə(n)/
Dividodrui·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) druip(ik) droop
(jij) druipt(jij) droop
(hij) druipt(hij) droop
(wij) druipen(wij) dropen
(jullie) druipen(jullie) dropen
(gij) druipt(gij) droopt
(zij) druipen(zij) dropen
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) druipe(dat ik) drope
(dat jij) druipe(dat jij) drope
(dat hij) druipe(dat hij) drope
(dat wij) druipen(dat wij) dropen
(dat jullie) druipen(dat jullie) dropen
(dat gij) druipet(dat gij) dropet
(dat zij) druipen(dat zij) dropen
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
druipend, druipende(hebben/zijn) gedropen

Uzekzemploj

Op dat moment werd de deur ruw opengeworpen en de bediende Joost trad druipend en verwilderd binnen.
Hij leunde op zijn druipende zwaard om zijn gespierde armen een ogenblik rust te gunnen en staarde naar de sinistere schaduwdingen.

Tradukoj

angladrip
esperantoguti
germanaträufeln; triefen; tropfen
katalunadegotar; gotejar
portugalapingar
saterlanda frizonadrauelje; drupje; drüppelje; siepelje; siepje
svedadroppa