Informo pri la vorto smelten (nederlanda → esperanto: fandiĝi)

Sinonimoj: doorbranden, versmelten, vloeibaar worden

Vortspecoverbo
Prononco/ˈsmɛltə(n)/
Dividosmel·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) smelt(ik) smolt
(jij) smelt(jij) smolt
(hij) smelt(hij) smolt
(wij) smelten(wij) smolten
(jullie) smelten(jullie) smolten
(gij) smelt(gij) smolt
(zij) smelten(zij) smolten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) smelte(dat ik) smolte
(dat jij) smelte(dat jij) smolte
(dat hij) smelte(dat hij) smolte
(dat wij) smelten(dat wij) smolten
(dat jullie) smelten(dat jullie) smolten
(dat gij) smeltet(dat gij) smoltet
(dat zij) smelten(dat zij) smolten
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
smeltend, smeltende(zijn) gesmolten

Uzekzemploj

Door hevige regenval en smeltende ijsmassa’s rondom Lillehammer moesten honderden inwoners van deze regio worden geëvacueerd.
In welke tijd is deze hoeveelheid zink gesmolten?
Smelt een steen in de zon?
De was erin smolt ook.
Geloof je niet dat het ijs gaat smelten.

Tradukoj

anglamelt
ĉeĥaroztát; tát; tavit
danasmelte
esperantofandiĝi
germanaschmelzen; flüssig werden; sich auflösen; zergehen
hispanaderretirse
jamajka-kreolamelt
portugaladerreter‐se; fundir‐se
saterlanda frizonasmilte
svedasmälta