Informo pri la vorto strekken (nederlanda → esperanto: etendi)

Sinonimoj: ophouden, rekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken

Vortspecoverbo
Prononco/strɛkə(n)/
Dividostrek·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) strek(ik) strekte
(jij) strekt(jij) strekte
(hij) strekt(hij) strekte
(wij) strekken(wij) strekten
(jullie) strekken(jullie) strekten
(gij) strekt(gij) strektet
(zij) strekken(zij) strekten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) strekke(dat ik) strekte
(dat jij) strekke(dat jij) strekte
(dat hij) strekke(dat hij) strekte
(dat wij) strekken(dat wij) strekten
(dat jullie) strekken(dat jullie) strekten
(dat gij) strekket(dat gij) strektet
(dat zij) strekken(dat zij) strekten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
strekstrekt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
strekkend, strekkende(hebben) gestrekt

Tradukoj

anglareach; stretch
esperantoetendi
feroarætta út; toyggja
finnaojentaa
francaétendre
germanaausbreiten; ausrecken; strecken; ausstrecken; erstrecken; aufspannen; ausspannen; auslegen; auswerfen; recken
hispanaextender; tender
katalunaampliar; escampar; estendre; estirar
okcidenta frizonaútwreidzje
portugaladesdobrar; espraiar; estender; estirar
saterlanda frizonaräkke; uutbreedje; uuträkke; uutspreede
tajaต่อ; ยื่น