Informo pri la vorto uitgooien (nederlanda → esperanto: elĵeti)

Sinonimoj: uitsmijten, uitwerpen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈœy̯txojə(n)/
Dividouit·gooi·en

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) gooi uit(ik) gooide uit
(jij) gooit uit(jij) gooide uit
(hij) gooit uit(hij) gooide uit
(wij) gooien uit(wij) gooiden uit
(jullie) gooien uit(jullie) gooiden uit
(gij) gooit uit(gij) gooidet uit
(zij) gooien uit(zij) gooiden uit
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) uitgooie(dat ik) uitgooide
(dat jij) uitgooie(dat jij) uitgooide
(dat hij) uitgooie(dat hij) uitgooide
(dat wij) uitgooien(dat wij) uitgooiden
(dat jullie) uitgooien(dat jullie) uitgooiden
(dat gij) uitgooiet(dat gij) uitgooidet
(dat zij) uitgooien(dat zij) uitgooiden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
gooi uitgooit uit
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
uitgooiend, uitgooiende(hebben) uitgegooid

Uzekzemploj

Kijk, het gooit zijn lading reeds uit.

Tradukoj

anglathrow out
esperantoelĵeti
francarejeter par intolérance
germanahinauswerfen; herauswerfen; ausstoßen; herausschleudern
hispanaarrojar; eyacular; tirar