Sinonimoj: herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen
| Vortspeco | verbo |
|---|
| Prononco | /təˈrɵɣbrɛŋə(n)/ |
|---|
| Divido | te·rug·bren·gen |
|---|
Konjugacio
| Indikativo |
|---|
| Prezenco | Preterito |
|---|
| (ik) breng terug | (ik) bracht terug |
| (jij) brengt terug | (jij) bracht terug |
| (hij) brengt terug | (hij) bracht terug |
| (wij) brengen terug | (wij) brachten terug |
| (jullie) brengen terug | (jullie) brachten terug |
| (gij) brengt terug | (gij) bracht terug |
| (zij) brengen terug | (zij) brachten terug |
| Subjunktivo |
|---|
| Prezenco | Preterito |
|---|
| (dat ik) terugbrenge | (dat ik) terugbrachte |
| (dat jij) terugbrenge | (dat jij) terugbrachte |
| (dat hij) terugbrenge | (dat hij) terugbrachte |
| (dat wij) terugbrengen | (dat wij) terugbrachten |
| (dat jullie) terugbrengen | (dat jullie) terugbrachten |
| (dat gij) terugbrenget | (dat gij) terugbrachtet |
| (dat zij) terugbrengen | (dat zij) terugbrachten |
| Imperativo |
|---|
| Singularo/Pluralo | Pluralo |
|---|
| breng terug | brengt terug |
| Participoj |
|---|
| Prezenca participo | Preterita participo |
|---|
| terugbrengend, terugbrengende | (hebben) teruggebracht |
Frankrijk heeft zijn tekort de afgelopen jaren vooral met hogere belastingen teruggebracht.
Het gaat jagers op de Veluwe deze winter niet lukken om het aantal wilde zwijnen terug te brengen naar de gewenste stand van elfhonderd dieren in het voorjaar.
Op die massa gaat gedurende 3 s een kracht werken, die de snelheid tot 2 m/s terugbrengt.