Informo pri la vorto toch (nederlanda → esperanto: malgraŭ tio)

Sinonimoj: desalniettemin, desondanks, niettemin, wel

Vortspecoadverbo
Prononco/tɔx/
Dividotoch

Uzekzemploj

En toch ga ik hier naar binnen.
En toch hadden ze van een afstandje veel weg van menselijke wezens.
Toch moet zijn niet onderschat worden.
Toch was de handelaar, die na enig kloppen de deur opende, in het geheel niet verlangend om tot zaken te komen.
Toch was het maar de vraag of hij niet gevonden kon worden.
Toch kunnen we niet hier voor de muren blijven staan om ze te verdedigen.

Tradukoj

afrikansotog; nietemin
albanamegjithatë
anglanevertheless; anyhow; anyway; still
esperantomalgraŭ tio
germanatrotzdem; dennoch
okcidenta frizonadochs
platgermanatoch
portugalanão obstante
saterlanda frizonadaach
surinamatoku
tajaกระนั้นก็ตาม; ถึงกระนั้น; แม้กระนั้น