Informo pri la vorto hinderen (nederlanda → esperanto: malhelpi)

Sinonimo: in de weg staan

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɦɪndərə(n)/
Dividohin·de·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) hinder(ik) hinderde
(jij) hindert(jij) hinderde
(hij) hindert(hij) hinderde
(wij) hinderen(wij) hinderden
(jullie) hinderen(jullie) hinderden
(gij) hindert(gij) hinderdet
(zij) hinderen(zij) hinderden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) hindere(dat ik) hinderde
(dat jij) hindere(dat jij) hinderde
(dat hij) hindere(dat hij) hinderde
(dat wij) hinderen(dat wij) hinderden
(dat jullie) hinderen(dat jullie) hinderden
(dat gij) hinderet(dat gij) hinderdet
(dat zij) hinderen(dat zij) hinderden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
hinderhindert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
hinderend, hinderende(hebben) gehinderd

Tradukoj

afrikansoweerhou; hinder
anglabar; interfere
esperantomalhelpi
germanahindern; behindern; im Wege stehen
saterlanda frizonaferweere; hinderje; lätte; stööre
svahilo‐zuia