Informo pri la vorto verspreiden (nederlanda → esperanto: disvastigi)

Sinonimoj: afgeven, verbreiden

Vortspecoverbo
Prononco/vərˈsprɛi̯də(n)/
Dividover·sprei·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) verspreid(ik) verspreidde
(jij) verspreidt(jij) verspreidde
(hij) verspreidt(hij) verspreidde
(wij) verspreiden(wij) verspreidden
(jullie) verspreiden(jullie) verspreidden
(gij) verspreidt(gij) verspreiddet
(zij) verspreiden(zij) verspreidden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) verspreide(dat ik) verspreidde
(dat jij) verspreide(dat jij) verspreidde
(dat hij) verspreide(dat hij) verspreidde
(dat wij) verspreiden(dat wij) verspreidden
(dat jullie) verspreiden(dat jullie) verspreidden
(dat gij) verspreidet(dat gij) verspreiddet
(dat zij) verspreiden(dat zij) verspreidden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
verspreidverspreidt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
verspreidend, verspreidende(hebben) verspreid

Uzekzemploj

Het gebouw verspreidde een stank.
De beukennootjes worden onder andere verspreid door eekhoorns, die ze als wintervoorraad gebruiken.

Tradukoj

anglaspread; disseminate; disperse; propagate
esperantodisvastigi
germanaausbreiten
hispanaextender; propagar
latinopropagare
okcidenta frizonaôflitte
portugaladivulgar; espalhar
saterlanda frizonauutbreedje; uutspreede