Informo pri la vorto weglopen (nederlanda → esperanto: formarŝi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈʋɛxlopə(n)/
Dividoweg·lo·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(hij) loopt weg(hij) liep weg
(zij) lopen weg(zij) liepen weg
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat hij) weglope(dat hij) wegliepe
(dat zij) weglopen(dat zij) wegliepen
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
loop wegloopt weg
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
weglopend, weglopende(zijn) weggelopen

Uzekzemploj

En met deze woorden wendde hij zich om en liep weg.
Daarop liep hij weg naar de plek waar de luitenant en de magiër bij hun paarden stonden.
De burgemeester komt niet en de andere gasten zijn hard weggelopen!

Tradukoj

esperantoformarŝi