Informo pri la vorto wie (nederlanda → esperanto: kiu)

Sinonimoj: die, welk, dewelke

Vortspeconekonata parolparto
Prononco/ʋi/
Dividowie

Uzekzemploj

Hij wierp de deur open, maar zag daar niet wie hij verwachtte.
Dit is de man aan wie ik mijn hart heb verpand.
Kijk eens wie er zojuist de herberg is binnengekomen.
Ze bedacht dat hij precies het soort man was voor wie een kelner zich zou haasten om hem te bedienen.
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
In aanmerking genomen wie hier woonde, kon men het eenvoudig noemen.
Is dit de grote krijger van wie ik zoveel heb gehoord?
Hij zou onmiddellijk laten zien wie de baas was.

Tradukoj

afrikansowat; watter; wie
anglawho; which
angla (malnovangla)se; se þe
danahvilken; hvilket; der; hvem
esperantokiu
francaqui; lequel
germanader; das; wer; welcher
grekaόποιος
hispanaquien; que
jamajka-kreolauu; we
malajayang
okcidenta frizonady’t; wa’t
papiamentoku
platgermanadee; den; wat
rusaкто
skotawha; that
surinamadi
tajaซึ่ง; ที่