Informo pri la vorto uittrekken (nederlanda → esperanto: destini)

Sinonimoj: aanwijzen, bestemmen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈœy̯trɛkə(n)/
Dividouit·trek·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) trek uit(ik) trok uit
(jij) trekt uit(jij) trok uit
(hij) trekt uit(hij) trok uit
(wij) trekken uit(wij) trokken uit
(jullie) trekken uit(jullie) trokken uit
(gij) trekt uit(gij) trokt uit
(zij) trekken uit(zij) trokken uit
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) uittrekke(dat ik) uittrokke
(dat jij) uittrekke(dat jij) uittrokke
(dat hij) uittrekke(dat hij) uittrokke
(dat wij) uittrekken(dat wij) uittrokken
(dat jullie) uittrekken(dat jullie) uittrokken
(dat gij) uittrekket(dat gij) uittrokket
(dat zij) uittrekken(dat zij) uittrokken
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
trek uittrekt uit
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
uittrekkend, uittrekkende(hebben) uitgetrokken

Uzekzemploj

Als beginner moet u ongeveer een half uur tot één uur voor iedere training uittrekken.

Tradukoj

anglaearmark
danabestemme
esperantodestini
feroaætla
francadestiner
germanaausersehen; bestimmen; festsetzen; vorausbestimmen; vorherbestimmen
hispanadestinar
italadestinare
katalunadestinar
papiamentodestiná
polaprzeznaczyć
portugalaaprazar; destinar; reservar
saterlanda frizonabestimme; fäästsätte