Informatie over het woord meubel (Nederlands → Esperanto: meblo)

Synoniem: meubelstuk

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈmøbəl/
Afbrekingmeu·bel
Geslachtonzijdig
Meervoudmeubels, meubelen

Voorbeelden van gebruik

Het wordt gebruikt voor meubels, geweerkolven en kasten.
Kijk, hier is mijn huiskamer, vol antieke meubelen.
Het wrakke meubel wankelde even en zakte daarop in elkaar tot een verwarde massa planken.
Veel aanspraak had hij daar dan ook niet aan, want gesprekken die niet over antieke meubelen handelden, interesseerden heer Ollie niet meer.

Vertalingen

Catalaansmoble
DuitsMöbel
Engelspiece of furniture
Esperantomeblo
Faeröershúsbúnaður; húsbúni; innbúgv
Finshuonekalu
Fransmeuble
Italiaansmobile
Papiamentsmueble
Poolsmebel
Portugeesalfaia; móvel; traste
SaterfriesMööbel
Spaansmueble
Zweedsmöbel