Informatie over het woord christelijk (Nederlands → Esperanto: kristana)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈkrɪstələk/, /ˈxrɪstələk/
Afbrekingchris·te·lijk

Trappen van vergelijking

Stellende trapchristelijk
Vergrotende trapchristelijker
Overtreffende trapchristelijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefchristelijkchristelijker(het) christelijkst, (het) christelijkste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudchristelijkechristelijkerechristelijkste
Onzijdig enkelvoudchristelijkchristelijkerchristelijkst
Meervoudchristelijkechristelijkerechristelijkste
Bepaaldchristelijkechristelijkerechristelijkste
Partitiefchristelijkschristelijkers 

Voorbeelden van gebruik

„Als het een christelijke dood was,” zei de bisschop, „geloof ik niet dat er blijvend kwaad is geschied.”
De predikanten hebben moeite met zowel het type muziek, als met de teksten, die volgens hen niet stroken met het christelijke geloof.
„Heilige Moeder!” richtte de monnik zich tot de verzamelde edelen, „eindelijk ben ik veilig en in christelijke hoede.”
Hij vindt dat de Pakistaanse christelijke minderheid te weinig aandacht krijgt, niet alleen van de Nederlandse kerken maar ook van de politiek.
De stad ligt in een gebied waar het christelijke zuiden en het islamitische noorden elkaar ontmoeten.

Vertalingen

AfrikaansChristelik
Duitschristlich
EngelsChristian
Esperantokristana
Italiaanscristiano
LatijnChristianus
Papiamentskristian
Spaanscristiano
Tagalogkristiyano; binyagan
WelsCristionogol
Westerlauwers Frieskristlik
Zweedskristen; kristlig