Informatie over het woord helm (Nederlands → Esperanto: kasko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɦɛlᵊm/
Afbrekinghelm
Geslachtmanlijk
Meervoudhelmen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
helmpjehelmpjes

Voorbeelden van gebruik

Hij ontdeed zich van zijn helm, zette deze op de tafel en bleef aanvankelijk zwijgen, alsof hij zijn gedachten moest verzamelen.
Ik bezit harnas, helm noch schild.
Die helm heeft zijn schedel gered.

Vertalingen

Catalaanscasc
DuitsHelm; Sturmhaube
Engelshelmet
Engels (Oudengels)helm
Esperantokasko
Faeröershjálmur
Finskypärä
Hongaarssisak
Latijncassis
Papiamentshèlm; hèlmu
Poolskask
Portugeescapacete; elmo
SaterfriesHälm
Spaanscasco; salacot
Welshelm
Westerlauwers Frieshelm
Zweedshjälm