Informatie over het woord zangvogel (Nederlands → Esperanto: kantbirdo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzɑŋvoɣəl/
Afbrekingzang·vo·gel

Voorbeelden van gebruik

Deze Peruaanse zangvogel dankt zijn naam aan het feit dat hij broedt in een hol in de grond.

Vertalingen

DuitsSingvogel
Engelssong‐bird
Esperantokantbirdo; kantobirdo
SaterfriesSjungfuugel
Westerlauwers Friessjongfûgel