Informatie over het woord wandelstok (Nederlands → Esperanto: marŝbastono)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋɑndəlstɔk/
Afbrekingwan·del·stok
Geslachtmanlijk
Meervoudwandelstokken

Voorbeelden van gebruik

Met behulp van zijn wandelstok kwam hij weer overeind.
Daarbij gebruikte ze haar zwaard als wandelstok.
Hij nam haastig de wandelstok die hij sinds enige tijd bij het gaan gebruikte en verliet zijn woning.
Hij stond langzaam op en leunde op zijn wandelstok.

Vertalingen

DuitsGehstock
Esperantomarŝbastono; promenbastono
Portugeesandas; perna‐de‐pau