Informatie over het woord zier (Nederlands → Esperanto: iometo)

Synoniemen: kriezel, schijntje, snippertje, sprankje, tikje, greintje, aasje, beetje

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ziːr/
Afbrekingzier
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk

Voorbeelden van gebruik

Dat geweer, die vallen en die pelzen kunnen me geen zier schelen.

Vertalingen

Afrikaansbietjie
DuitsBißchen; ganz wenig
Engelshandful; whit; scintilla; bit
Esperantoiometo