Informatie over het woord gezinshoofd (Nederlands → Esperanto: familiestro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈzɪnsɦoft/
Afbrekingge·zins·hoofd
Geslachtonzijdig
Meervoudgezinshoofden

Vertalingen

DuitsFamilienoberhaupt
Esperantofamiliestro
Portugeescabeça‐de‐casal