Informatie over het woord euro (Nederlands → Esperanto: eŭro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈøro/
Afbrekingeu·ro
Meervoudeuro’s

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
eurootjeeurootjes

Voorbeelden van gebruik

De sieraden hebben een waarde van ongeveer 4000 euro, maakten de autoriteiten bekend.
De financiële schade loopt in de tientallen miljoenen euro’s.
EU‐lidstaten mogen boeren tijdelijk tot 15.000 euro staatssteun geven.
Een gemiddelde kerstboom gaat nu 20 tot 25 euro kosten.
Wat wil dat mens dan voor zeshonderddertig euro?
De bezoekers hebben een boete van 390 euro gekregen omdat zij het verbod op samenscholing hebben genegeerd.

Vertalingen

Afrikaanseuro
Catalaanseuro
Deenseuro
DuitsEuro
Engelseuro
Esperantoeŭro; eŭroo
Finseuro
Franseuro
Grieksευρώ
Hongaarseuró
IJslandsevra
Italiaanseuro
LuxemburgsEuro
Noorseuro
Papiamentseuro
Portugeeseuro
Russischевро
Spaanseuro
Thaisยุโร
Westerlauwers Frieseuro