Informatie over het woord schok (Nederlands → Esperanto: ekskuo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sxɔk/
Afbrekingschok
Geslachtmanlijk
Meervoudschokken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
schokjeschokjes

Voorbeelden van gebruik

Toen kreeg ze een schok.
Het moet een hele schok voor u geweest zijn.

Vertalingen

Engelsshock
Esperantoekskuo