Informatie over het woord toehoorder (Nederlands → Esperanto: aŭdanto)

Synoniemen: hoorder, luisteraar

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtuɦordər/
Afbrekingtoe·hoor·der
Geslachtmanlijk
Meervoudtoehoorders

Voorbeelden van gebruik

Maar de Gabber wist zijn toehoorders niet te overtuigen.

Vertalingen

DuitsHörender
Esperantoaŭdanto
Fransauditeur
Portugeesauditor; ouvinte