Informatie over het woord misslaan (Nederlands → Esperanto: bati maltrafe)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmɪslan/
Afbrekingmis·slaan

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) sla mis(ik) sloeg mis
(jij) slaat mis(jij) sloeg mis
(hij) slaat mis(hij) sloeg mis
(wij) slaan mis(wij) sloegen mis
(jullie) slaan mis(jullie) sloegen mis
(gij) slaat mis(gij) sloegt mis
(zij) slaan mis(zij) sloegen mis
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) missla(dat ik) missloege
(dat jij) missla(dat jij) missloege
(dat hij) missla(dat hij) missloege
(dat wij) misslaan(dat wij) missloegen
(dat jullie) misslaan(dat jullie) missloegen
(dat gij) misslaat(dat gij) missloeget
(dat zij) misslaan(dat zij) missloegen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sla misslaat mis
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
misslaand, misslaande(hebben) misgeslagen

Vertalingen

Esperantobati maltrafe