Informatie over het woord 'doodranselen' [dut] (epo: bategi ĝis morto)

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(ik) ransel dood	(ik) ranselde dood
(jij) ranselt dood	(jij) ranselde dood
(hij) ranselt dood	(hij) ranselde dood
(wij) ranselen dood	(wij) ranselden dood
(jullie) ranselen dood	(jullie) ranselden dood
(gij) ranselt dood	(gij) ranseldet dood
(zij) ranselen dood	(zij) ranselden dood
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(dat ik) doodransele	(dat ik) doodranselde
(dat jij) doodransele	(dat jij) doodranselde
(dat hij) doodransele	(dat hij) doodranselde
(dat wij) doodranselen	(dat wij) doodranselden
(dat jullie) doodranselen	(dat jullie) doodranselden
(dat gij) doodranselet	(dat gij) doodranseldet
(dat zij) doodranselen	(dat zij) doodranselden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/Meervoud	Meervoud
ransel dood	ranselt dood
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoord	Verleden deelwoord
doodranselend, doodranselende	(hebben) doodgeranseld