Informatie over het woord barricaderen (Nederlands → Esperanto: barikadi)

Synoniem: versperren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɑrikaˈdeːrə(n)/
Afbrekingbar·ri·ca·de·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) barricadeer(ik) barricadeerde
(jij) barricadeert(jij) barricadeerde
(hij) barricadeert(hij) barricadeerde
(wij) barricaderen(wij) barricadeerden
(jullie) barricaderen(jullie) barricadeerden
(gij) barricadeert(gij) barricadeerdet
(zij) barricaderen(zij) barricadeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) barricadere(dat ik) barricadeerde
(dat jij) barricadere(dat jij) barricadeerde
(dat hij) barricadere(dat hij) barricadeerde
(dat wij) barricaderen(dat wij) barricadeerden
(dat jullie) barricaderen(dat jullie) barricadeerden
(dat gij) barricaderet(dat gij) barricadeerdet
(dat zij) barricaderen(dat zij) barricadeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
barricadeerbarricadeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
barricaderend, barricaderende(hebben) gebarricadeerd

Voorbeelden van gebruik

De deur was aan de buitenkant gebarricadeerd.

Vertalingen

Duitsverbarrikadieren; Sperren errichten
Engelsbarricade
Esperantobarikadi
Fransbarricader
Papiamentsbarikadiá
Portugeesbarricar
Russischбаррикадировать