Informatie over het woord meepikken (Nederlands → Esperanto: ŝtelkapti)

Synoniem: inpikken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmepɪkə(n)/
Afbrekingmee·pik·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pik mee(ik) pikte mee
(jij) pikt mee(jij) pikte mee
(hij) pikt mee(hij) pikte mee
(wij) pikken mee(wij) pikten mee
(jullie) pikken mee(jullie) pikten mee
(gij) pikt mee(gij) piktet mee
(zij) pikken mee(zij) pikten mee
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) meepikke(dat ik) meepikte
(dat jij) meepikke(dat jij) meepikte
(dat hij) meepikke(dat hij) meepikte
(dat wij) meepikken(dat wij) meepikten
(dat jullie) meepikken(dat jullie) meepikten
(dat gij) meepikket(dat gij) meepiktet
(dat zij) meepikken(dat zij) meepikten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pik meepikt mee
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meepikkend, meepikkende(hebben) meegepikt

Vertalingen

Esperantoŝtelkapti