Synoniemen: pikken, snaaien
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) pik weg | (ik) pikte weg |
(jij) pikt weg | (jij) pikte weg |
(hij) pikt weg | (hij) pikte weg |
(wij) pikken weg | (wij) pikten weg |
(jullie) pikken weg | (jullie) pikten weg |
(gij) pikt weg | (gij) piktet weg |
(zij) pikken weg | (zij) pikten weg |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) wegpikke | (dat ik) wegpikte |
(dat jij) wegpikke | (dat jij) wegpikte |
(dat hij) wegpikke | (dat hij) wegpikte |
(dat wij) wegpikken | (dat wij) wegpikten |
(dat jullie) wegpikken | (dat jullie) wegpikten |
(dat gij) wegpikket | (dat gij) wegpiktet |
(dat zij) wegpikken | (dat zij) wegpikten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
pik weg | pikt weg |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
wegpikkend, wegpikkende | (hebben) weggepikt |