Informatie over het woord tintelen (Nederlands → Esperanto: ŝaŭmi)

Synoniemen: bruisen, schuimen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) tintelt(hij) tintelde
(zij) tintelen(zij) tintelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) tintele(dat hij) tintelde
(dat zij) tintelen(dat zij) tintelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tintelend, tintelende(hebben) getinteld

Vertalingen

Deensskumme
Duitsschäumen
Engelssparkle
Esperantoŝaŭmi
Papiamentsskuma
Portugeesescumar; espumejar
Saterfriesskuumje
Spaansespumar
Tsjechischpěnit
Westerlauwers Friesskomje