Informatie over het woord omgrenzen (Nederlands → Esperanto: ĉirkaŭlimi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈɣrɛnzə(n)/
Afbrekingom·gren·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) omgrenst(hij) omgrensde
(zij) omgrenzen(zij) omgrensden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) omgrenze(dat hij) omgrensde
(dat zij) omgrenzen(dat zij) omgrensden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omgrenzend, omgrenzende(hebben) omgrensd

Vertalingen

Esperantoĉirkaŭlimi