Synoniem: herstemmen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ˈovərstɛmə(n)/ |
Afbreking | over·stem·men |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) stem over | (ik) stemde over |
(jij) stemt over | (jij) stemde over |
(hij) stemt over | (hij) stemde over |
(wij) stemmen over | (wij) stemden over |
(jullie) stemmen over | (jullie) stemden over |
(gij) stemt over | (gij) stemdet over |
(zij) stemmen over | (zij) stemden over |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) overstemme | (dat ik) overstemde |
(dat jij) overstemme | (dat jij) overstemde |
(dat hij) overstemme | (dat hij) overstemde |
(dat wij) overstemmen | (dat wij) overstemden |
(dat jullie) overstemmen | (dat jullie) overstemden |
(dat gij) overstemmet | (dat gij) overstemdet |
(dat zij) overstemmen | (dat zij) overstemden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
stem over | stemt over |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
overstemmend, overstemmende | (hebben) overgestemd |