Informatie over het woord lappen (Nederlands → Esperanto: viŝpurigi)

Synoniemen: dweilen, opdweilen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɑpə(n)/
Afbrekinglap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) lap(ik) lapte
(jij) lapt(jij) lapte
(hij) lapt(hij) lapte
(wij) lappen(wij) lapten
(jullie) lappen(jullie) lapten
(gij) lapt(gij) laptet
(zij) lappen(zij) lapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) lappe(dat ik) lapte
(dat jij) lappe(dat jij) lapte
(dat hij) lappe(dat hij) lapte
(dat wij) lappen(dat wij) lapten
(dat jullie) lappen(dat jullie) lapten
(dat gij) lappet(dat gij) laptet
(dat zij) lappen(dat zij) lapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
laplapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
lappend, lappende(hebben) gelapt

Voorbeelden van gebruik

Komt u de ramen lappen?

Vertalingen

Engelsmop
Esperantoviŝpurigi