Informatie over het woord buurten (Nederlands → Esperanto: viziti najbaron)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbyːrtə(n)/
Afbrekingbuur·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) buurt(ik) buurtte
(jij) buurt(jij) buurtte
(hij) buurt(hij) buurtte
(wij) buurten(wij) buurtten
(jullie) buurten(jullie) buurtten
(gij) buurt(gij) buurttet
(zij) buurten(zij) buurtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) buurte(dat ik) buurtte
(dat jij) buurte(dat jij) buurtte
(dat hij) buurte(dat hij) buurtte
(dat wij) buurten(dat wij) buurtten
(dat jullie) buurten(dat jullie) buurtten
(dat gij) buurtet(dat gij) buurttet
(dat zij) buurten(dat zij) buurtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
buurtbuurt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
buurtend, buurtende(hebben) gebuurt

Vertalingen

Engelspay a visit
Esperantoviziti najbaron