Synoniemen: kwijnen, verdorren, verleppen, verwelken
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) verflens | (ik) verflenste |
(jij) verflenst | (jij) verflenste |
(hij) verflenst | (hij) verflenste |
(wij) verflensen | (wij) verflensten |
(jullie) verflensen | (jullie) verflensten |
(gij) verflenst | (gij) verflenstet |
(zij) verflensen | (zij) verflensten |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) verflense | (dat ik) verflenste |
(dat jij) verflense | (dat jij) verflenste |
(dat hij) verflense | (dat hij) verflenste |
(dat wij) verflensen | (dat wij) verflensten |
(dat jullie) verflensen | (dat jullie) verflensten |
(dat gij) verflenset | (dat gij) verflenstet |
(dat zij) verflensen | (dat zij) verflensten |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
verflensend, verflensende | (zijn) verflenst |