Informatie over het woord breiwerk (Nederlands → Esperanto: trikaĵo)

Woordsoort	zelfstandig naamwoord
Uitspraak	/ˈbrɛi̯ʋɛrᵊk/
Afbreking	brei·werk
Geslacht	onzijdig
Meervoud	breiwerken

Voorbeelden van gebruik

Ze legde haar breiwerk erop, bij wijze van voorzorg, liep naar de radiatoren en legde haar handen erop.

Vertalingen

Duits	Strickerei
Engels	knitting‐work
Esperanto	trikaĵo
Westerlauwers Fries	breidzjen