Informatie over het woord trasseren (Nederlands → Esperanto: trati)

Synoniem: trekken

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) trasseer(ik) trasseerde
(jij) trasseert(jij) trasseerde
(hij) trasseert(hij) trasseerde
(wij) trasseren(wij) trasseerden
(jullie) trasseren(jullie) trasseerden
(gij) trasseert(gij) trasseerdet
(zij) trasseren(zij) trasseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) trassere(dat ik) trasseerde
(dat jij) trassere(dat jij) trasseerde
(dat hij) trassere(dat hij) trasseerde
(dat wij) trasseren(dat wij) trasseerden
(dat jullie) trasseren(dat jullie) trasseerden
(dat gij) trasseret(dat gij) trasseerdet
(dat zij) trasseren(dat zij) trasseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
trasseertrasseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
trasserend, trasserende(hebben) getrasseerd

Vertalingen

Duitsabgehen; trassieren; ziehen auf
Engelsmake a draught; draw
Esperantotrati
Portugeessacar
Saterfriesluuke ap; ougunge; trassierje