Informatie over het woord verduren (Nederlands → Esperanto: trasuferi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verduur(ik) verduurde
(jij) verduurt(jij) verduurde
(hij) verduurt(hij) verduurde
(wij) verduren(wij) verduurden
(jullie) verduren(jullie) verduurden
(gij) verduurt(gij) verduurdet
(zij) verduren(zij) verduurden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verdure(dat ik) verduurde
(dat jij) verdure(dat jij) verduurde
(dat hij) verdure(dat hij) verduurde
(dat wij) verduren(dat wij) verduurden
(dat jullie) verduren(dat jullie) verduurden
(dat gij) verduret(dat gij) verduurdet
(dat zij) verduren(dat zij) verduurden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verduurverduurt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verdurend, verdurende(hebben) verduurd

Vertalingen

Esperantotrasuferi